Voor het starten van deze activiteit is een Meldingsplicht van toepassing. U mag niet met deze activiteit (of een onderdeel daarvan) beginnen zonder dit ten minste 4 weken van tevoren te melden. U mag ook niet eerder dan 4 weken na de melding gaan starten. Het bevoegd gezag is zo altijd voor de start op de de hoogte van de activiteit. U dient de melding in via het Omgevingsloket. Door het invullen van de vragen controleert u of voor deze activiteit een informatieplicht, meldingsplicht of vergunningplicht geldt.
Bij een doorlatende ondergrond (zand of doek) moet zoveel als mogelijk voorkomen worden dat meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen door uit- of afspoeling (via de bodem of de niet doorlatende ondergrond) in een oppervlakte terechtkomen.
Het is alleen toegestaan om kunstmeststoffen te gebruiken als deze met werkzame stoffen over een langere periode afgeven. Dit zijn kunstmeststoffen met een speciale coating waardoor de voedingsstoffen geleidelijk vrijkomen. Ze kunnen beter worden benut door minder uitspoeling. Het toepassen van een druppelsysteem is ook een optie, waarbij de waterafgifte is afgestemd op de behoefte van het gewas. Daarmee is ook de kunstmeststoffenafgifte afgestemd.
Om te voorkomen dat meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen bij substraatteelt op een niet doorlatende grond (aaneengesloten verharding zoals beton betonplaten, asfalt of folie) in het oppervlaktewater terecht komen, moet het drainwater opgevangen en als gietwater hergebruikt worden. Het water in de opvangvoorziening moet hiervoor geschikt blijven. Daarom moet het aangevuld worden met natriumarm water, zoals hemelwater. Het hangt uiteindelijk af van de aard van de teelt hoe groot de opvangvoorziening moet zijn. Daar worden geen eisen aan gesteld. U mag dit zelf bepalen, maar uit de opvangvoorziening mag niet worden geloosd.
Bij een niet doorlatende ondergrond moet na een bemesting of bespuiting de eerste 50 m3 hemelwater per hectare opgevangen worden. Zo wordt geborgd dat bij een regenbui het eerste afvloeiende water altijd wordt opgevangen. Het is niet toegestaan om dit zogenoemde first flush hemelwater te lozen. Er kunnen resten meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen in zitten. Hemelwater, dat na de first flush komt, wordt als schoon hemelwater gezien en mag u wel lozen. Een volle opvangvoorziening mag niet overstromen.
De first-flush-eis (BBT) van 50 m3 hemelwater per hectare kan onevenredig zwaar zijn voor een kleinschalige teelt in potten of containers. Daarom is er een ondergrens opgenomen:
Het teeltoppervlak bedraagt niet meer dan 500 m2.
Er worden alleen langzaam werkende kunstmeststoffen gebruikt.
Als u het water uit de opvangvoorziening(en) echt kwijt wil, moet het afgeven aan een erkende inzamelaar. De gegevens hiervan moet u bewaren.
Aardbeien kunnen geteeld worden op trayvelden. Dit is een niet-doorlatende ondergrond. Bij deze teeltvorm kan de first-flush-eis (BBT) van 50m3 hemelwater per hectare onevenredig zwaar kan zijn. Daarom is deze eis niet van toepassing. Wel gelden er de volgende regels:
Het drainwater wordt opgevangen in een opvangvoorziening.
Het drainwater wordt opnieuw gebruikt.
Na het bemesten of het bespuiten van de gewassen met gewasbeschermingsmiddelen, wordt altijd de eerste 30 m3 per hectare teeltoppervlakte aan drainwater en hemelwater (first flush) opgevangen in een opvangvoorziening.
Het opgevangen hemelwater wordt gebruikt als gietwater.
Check via het Omgevingsloket of er een andere lozingsroute mogelijk is.
Onder het kopje 'referenties' vindt u een link naar de inhoudsopgave van de Rijksregels in het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal). De activiteit 'substraatteelt in de openlucht' vindt u in paragraaf 4.73. Via de inhoudsopgave van het Bal kunt u deze selecteren.