Voor het starten van deze activiteit is een Meldingsplicht van toepassing. U mag niet met deze activiteit (of een onderdeel daarvan) beginnen zonder dit ten minste 4 weken van tevoren te melden. U mag ook niet eerder dan 4 weken na de melding gaan starten. Het bevoegd gezag is zo altijd voor de start op de de hoogte van de activiteit. U dient de melding in via het Omgevingsloket. Door het invullen van de vragen controleert u of voor deze activiteit een informatieplicht, meldingsplicht of vergunningplicht geldt.
Het stralen van metalen moet plaatsvinden boven een een vloeistofdichte bodemvoorziening. Dit is een vloer, verharding of constructie waardoor stoffen niet in de bodem terecht kunnen komen. Een vloeistofdichte bodemvoorziening die niet wordt gekeurd, gecontroleerd of beoordeeld geldt als een aaneengesloten bodemvoorziening. Er is dan geen garantie dat de bodemvoorziening de lekkage van stoffen naar de bodem permanent voorkomt. Onder het kopje 'referenties' leest u meer over de vloeistofdichte bodemvoorziening.
U bent verplicht om de vloeistofdichte bodemvoorziening aan te laten leggen door een persoon of organisatie met een erkenning bodemkwaliteit voor BRL SIKB 7700. Dit is ook van toepassing op het vloeistofdichte deel van het vuilwaterriool, het bedrijfsriool vanaf de vloeistofdichte bodemvoorziening tot aan de slibvangput en olieafscheider (zie 'lozingsvoorschriften').
De vloeistofdichte bodemvoorziening en het vloeistofdichte deel van het vuilwaterriool worden minimaal eens per 6 jaar beoordeeld en goedgekeurd door een inspectie-instantie met een erkenning voor AS SIKB 6700. Daarnaast vindt er jaarlijks een controle plaats op de vloeistofdichte bodemvoorziening en het vloeistofdichte deel van het vuilwaterriool. Deze controle staat beschreven in bijlage 6 van de AS SIKB 6700. Deze zogenaamde bedrijfsinterne controle (BIC) mag u zelf uitvoeren. Bij reparaties heeft u twee mogelijkheden:
De afgezogen lucht moet bovendaks en omhoog gericht worden afgevoerd. Om de emissie van totaal stof te beperken moet afgezogen lucht door een geschikte filtrerende afscheider of een geschikt elektrostatisch filter worden gevoerd. Om de emissies in de lucht te beperken en geluidhinder te voorkomen of beperken, moet deze activiteit in een gesloten ruimte uitgevoerd worden.
Bij het stralen van metalen wordt aan de onderstaande emissiegrenswaarden voldaan. Deze emissiegrenswaarden gelden niet als de emissie de ondergrens niet overschrijdt.
Het verbod om in de buitenlucht straalwerkzaamheden uit te voeren was nog niet eerder van toepassing als het object vanwege de omvang niet inpandig kon worden gestraald. Deze uitzondering komt te vervallen. De uitzondering blijft tot 2 jaar na het in werking treden van de Omgevingswet van toepassing. Het bevoegd gezag kan hier wel van afwijken. Informeer dus bij uw gemeente naar de exacte regels.
Het beste is om niet te lozen. Het gaat hier om het ontstaan van afvalwater bij het stralen. De eisen aan een lozing zijn afhankelijk van het gebruikte straalmiddel. Zo kan er bij natstralen afvalwater ontstaan. Afvalwater en vloeibare straalmiddelen, afkomstig van een vloeistofdichte bodemvoorziening, mogen niet worden geloosd in de bodem of op het oppervlaktewater, maar moeten als bedrijfsafval afgevoerd worden. Het afval moet worden afgegeven aan een erkende inzamelaar en de gegevens hierover moeten als bewijs bewaard worden.
De voorkeursroute bij het (nat)stralen van grote objecten in de openlucht, is lozen op het vuilwaterriool. Er moet een tekening / schets zijn waarop staat waar het afvalwater kan ontstaan en hoe het opgevangen en geloosd wordt.
Onder het kopje 'referenties' vindt u een link naar de inhoudsopgave van de Rijksregels in het Besluit activiteiten en leefomgeving. De activiteit 'Stralen van metalen' vindt u in paragraaf 4.13. Via de inhoudsopgave van het Bal kunt u deze selecteren.