Reinigen van machines en werktuigen met gewasbeschermingsmiddelen

Bedrijfstakken: Agrarisch loonwerkbedrijf Telen van gewassen in de openlucht Veehouderij

Melding of vergunning?

Voor het starten van deze activiteit is een Meldingsplicht van toepassing. U mag niet met deze activiteit (of een onderdeel daarvan) beginnen zonder dit ten minste 4 weken van tevoren te melden. U mag ook niet eerder dan 4 weken na de melding gaan starten. Het bevoegd gezag is zo altijd voor de start op de de hoogte van de activiteit. U dient de melding in via het Omgevingsloket. Door het invullen van de vragen controleert u of voor deze activiteit een informatieplicht, meldingsplicht of vergunningplicht geldt.

Naast algemene gegevens moet u gegevens aanleveren waaruit blijkt welke handelingen met gewasbeschermingsmiddelen er worden verricht en wat de lozingsroute is. Met handelingen wordt bedoeld:

  • gebruikt men de voer- of werktuigen voor het verspuiten van gewasbeschermingsmiddelen?

  • worden deze voer- of werktuigen gereinigd?

  • vindt reiniging plaats van alleen de buitenkant of ook van de binnenkant?

  • worden de voer- of werktuigen gereinigd op de akker of op een wasplaats?

Bodemvoorschriften

Een wasplaats voor het reinigen van voertuigen of werktuigen na het gebruik van GBM moet een aaneengesloten bodemvoorziening hebben. Dit voorkomt dat gewasbeschermingsmiddelen in de bodem komen. Een aaneengesloten bodemvoorziening is een vloer, verharding of constructie die stoffen tijdelijk keert en waarvan eventuele onderbrekingen of naden zijn gedicht door ze te kitten, te voegen of op een andere wijze te dichten. Tijdelijk keren betekent dat de vloer gemorste of gelekte stoffen lang genoeg tegenhoudt zodat ze opgeruimd kunnen worden voor ze in de bodem terechtkomen. In de praktijk gaat het hier om een verharde wasplaats van beton of asfalt. Onder het kopje 'referenties' vindt u meer informatie over een aaneengesloten bodemvoorziening.

Een aaneengesloten bodemvoorziening is niet nodig als:

  • het reinigen gebeurt op landbouwgronden waar de gewasbeschermingsmiddelen zijn toegepast.

  • het reinigen heel af en toe gebeurt, ongeveer 2 keer per jaar

Lozingsvoorschriften na het uitwendig reinigen

Vanwege de waterkwaliteit is het lozen van GBM of resten daarvan in het oppervlaktewater niet toegestaan. Een wasplaats mag daarom geen directe afvoer hebben naar oppervlaktewater. Na het opvangen van het reinigingswater met GBM of resten daarvan zijn er drie mogelijke lozingsroutes:

  • Lozen op het perceel waar de gewasbeschermingsmiddelen zijn gebruikt en de reiniging plaatsvindt.

  • Lozen op de bodem bij het bedrijf als het reinigen heel af en toe gebeurt, ongeveer 2 keer per jaar.

  • Opvangen en zuiveren, zodat het lozen van reinigingswater niet nodig is.

Er moet een tekening / schets zijn waarop staat waar het afvalwater ontstaat en hoe het opgevangen en geloosd wordt op de bodem (een perceel) of op het vuilwaterriool.

Lozingsvoorschriften na het inwendig reinigen

Bij het inwendig reinigen van een veldspuit zijn er twee lozingsroutes om het reinigingswater met GBM of resten daarvan te lozen:

  • Lozen op het perceel waar de gewasbeschermingsmiddelen zijn gebruikt en de reiniging plaatsvindt. Dit heeft de voorkeur. Moderne veldspuiten zijn voorzien van een schoonwatertank en een automatisch reinigingssysteem.

  • Opvangen en zuiveren, zodat het lozen van reinigingswater niet nodig is.

Zuiveringssystemen

Het is mogelijk om het afvalwater met gewasbeschermingsmiddelen te zuiveren, zonder dat een restlozing overblijft. Dit kan met een biologisch zuiveringssysteem. Voorbeelden hiervan zijn Phytobac, Biofilter, Heliosec en Remdry. Dit zijn gesloten systemen. Het werkingsprincipe is gebaseerd op het verdampen van water zodat er geen water overblijft. De (resten van) middelen worden door bacteri«n afgebroken (phytobac en biofilter) of blijven als een opgedroogde 'koek' achter in het systeem (Heliosec en Remdry). Het folie met de 'koek' moet als gevaarlijke afvalstof worden afgevoerd naar een erkende verwerker. Vaak is een buffervoorziening nodig om het reinigingswater geleidelijk naar de zuivering te voeren. Voor grotere hoeveelheden zijn er technieken die werken op basis van chemische processen (flocculatie) en nazuivering met actief kool. Restwater wordt weer teruggevoerd in het systeem. Onder het kopje 'referenties' vindt u meer informatie over de zuiveringsvoorzieningen.

Meer weten?

Onder het kopje 'referenties' vindt u een link naar de inhoudsopgave van de Rijksregels in het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal). De activiteit 'reinigen van machines en werktuigen met GBM' vindt u in paragraaf 4.90. Via de inhoudsopgave van het Bal kunt u deze selecteren.