Voor het starten van deze activiteit is een Meldingsplicht van toepassing. U mag niet met deze activiteit (of een onderdeel daarvan) beginnen zonder dit ten minste 4 weken van tevoren te melden. U mag ook niet eerder dan 4 weken na de melding gaan starten. Het bevoegd gezag is zo altijd voor de start op de de hoogte van de activiteit. U dient de melding in via het Omgevingsloket. Door het invullen van de vragen controleert u of voor deze activiteit een informatieplicht, meldingsplicht of vergunningplicht geldt.
Om de emissies in de lucht te beperken en geluidhinder te voorkomen of beperken, moet deze activiteit in een gesloten ruimte uitgevoerd worden. Om diffuse emissies in de lucht te voorkomen of beperken, moet afzuiging plaatsvinden. De afgezogen lucht moet bovendaks en omhoog gericht worden afgevoerd.
Het verbod om in de buitenlucht bewerking van metalen uit te voeren was nog niet eerder van toepassing als het object vanwege de omvang niet inpandig kon worden gestraald. Deze uitzondering komt te vervallen. De uitzondering blijft tot 2 jaar na het in werking treden van de Omgevingswet van toepassing. Het bevoegd gezag kan hier wel van afwijken. Informeer dus bij uw gemeente naar de exacte regels.
Om emissie bewerking van metalen te verminderen zijn maatregelen nodig. De maatregelen zijn gericht op het beperken van totaal stof, chroom VI verbindingen en maatregelen voor koper en koperverbindingen.
Om de emissie van totaal stof te beperken moet afgezogen lucht door een geschikte filtrerende afscheider worden gevoerd.
Bij droogverspanende bewerkingen, mechanische eindafwerking van roestvast staal, en thermische bewerkingen ontstaan emissies van chroom VI-verbindingen. Om de emissie van chroom VI-verbindingen, berekend als chroom, te beperken moet afgezogen lucht door een geschikte filtrerende afscheider worden gevoerd.
Om de emissie van koper en koperverbindingen te beperken moet bij het snijden van koper de afgezogen lucht door een geschikte filtrerende afscheider worden gevoerd.
Bij solderen zijn de onderstaande emissiegrenswaarden van toepassing. Deze emissiegrenswaarden gelden niet als de emissie de ondergrens niet overschrijdt.
Bij een verspanende metaalbewerking kan olie, smeermiddel of koelvloeistof zijn gebruikt. Afvalstoffen die daarbij ontstaan, bestaan uit metaalkrullen met daaraan olie, smeermiddel of koelvloeistof (zogenoemde draaisel). Het is verplicht om die stoffen te scheiden van het metaal. Dit moet gebeuren door de afvalstof te centrifugeren of 48 uur te laten uitlekken. Op die manier is het opnieuw gebruiken of het apart afvoeren van olie, smeermiddel of koelvloeistof mogelijk.
Bij het mechanisch en thermisch bewerken van metalen kunnen bewerkingsvloeistoffen gebruikt worden. In de basisvloeistoffen zitten vaak additieven, zoals chloorverbindingen. Ze zijn nodig om de prestaties van de gebruikte machines te verbeteren en corrosie ervan te verminderen en om de standtijd van de gebruikte vloeistoffen te verlengen. Er zijn grofweg twee soorten metaalbewerkingsvloeistoffen:
de watermengbare (onder andere emulsies)
de niet-watermengbare koelsmeermiddelen (onder andere snijolie)
Metaalbewerkingsvloeistof zorgt voor een smerend of koelend effect. Daarnaast zorgt de vloeistof voor het gedeeltelijk afvoeren van metaaldeeltjes die bij een bewerking ontstaan. Ook al verschillen de bedrijfsprocessen in deze branche, het afvalwater is vergelijkbaar. Dit afvalwater bevat metalen, maar kan ook olieachtige vloeistoffen bevatten.
Hierbij ontstaat bijna geen afvalwater. Vaak kunnen stofdeeltjes en restanten van te bewerken metalen droog worden opgeruimd. Dit heeft ook de voorkeur. Alleen als daarna nog met water wordt gereinigd, ontstaat een afvalwaterstroom. Water als koelmiddel, spoel- of smeer- wordt toegepast is vaak thermisch verontreinigd en kan metalen deeltjes bevatten. Als de deeltjes zoveel mogelijk afgevangen worden, dan kan dit water hergebruikt worden in bijvoorbeeld een gesloten watercircuit.
Er wordt vaak hydraulische olie of smeerolie gebruikt als metaalbewerkingsvloeistoffen. Uitgangspunt is dat de vloeistoffen hergebruikt en niet geloosd worden. Het restproduct (slib) moet als gevaarlijk afval worden afgevoerd naar een erkende inzamelaar. De gegevens hiervan moeten bewaard worden. Voor sommige toepassingen wordt de vloeistof zo fijn verneveld, dat de vloeistof volledig verdampt en er geen restproduct ontstaat.
Bij deze bewerking kunnen afvalstoffen ontstaan, bestaande uit metaalkrullen met daaraan olie, smeermiddel of koelvloeistof (= draaisel). Het is verplicht om die stoffen te scheiden van het metaal. Dit moet gebeuren door de afvalstof te centrifugeren of 48 uur te laten uitlekken. Op die manier is het opnieuw gebruiken of het apart afvoeren van olie, smeermiddel of koelvloeistof mogelijk.
Het beste is om niet te lozen. Als er dan toch geloosd wordt, dan mag dit alleen op het vuilwaterriool. De grenswaarde van olie is 20 mg/l en van onopgeloste bestanddelen 300 mg/l. Er moet een tekening / schets zijn waarop staat waar het afvalwater ontstaat en hoe het opgevangen en geloosd wordt op het vuilwaterriool. Wanneer met preventieve maatregelen niet aan deze norm voldaan kan worden, is een olieafscheider nodig. De inhoud moet gezien worden als het afvoeren van (gevaarlijke) bedrijfsafvalstoffen en moet afgegeven worden aan een erkend inzamelaar. De gegevens hiervan moeten als bewijs bewaard worden.
Onder het kopje 'referenties' vindt u een link naar de inhoudsopgave van de Rijksregels in het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal). De activiteit 'mechanisch en thermisch bewerken van metalen' vindt u in paragraaf 4.18. Via de inhoudsopgave van het Bal kunt u deze selecteren.