Lassen van metalen

Bedrijfstakken: Landbouwmechanisatiebedrijf

Melding of vergunning?

Voor het starten van deze activiteit is een Meldingsplicht van toepassing. U mag niet met deze activiteit (of een onderdeel daarvan) beginnen zonder dit ten minste 4 weken van tevoren te melden. U mag ook niet eerder dan 4 weken na de melding gaan starten. Het bevoegd gezag is zo altijd voor de start op de de hoogte van de activiteit. U dient de melding in via het Omgevingsloket. Door het invullen van de vragen controleert u of voor deze activiteit een informatieplicht, meldingsplicht of vergunningplicht geldt.

Luchtvoorschriften

Om de emissies in de lucht te beperken en geluidhinder te voorkomen of beperken, moet deze activiteit in een gesloten ruimte uitgevoerd worden. Buiten lassen is dus niet toegestaan. Om diffuse emissies in de lucht te voorkomen of beperken, moet afzuiging plaatsvinden. De afgezogen lucht moet bovendaks en omhoog gericht worden afgevoerd.

Overgangsrecht

Het verbod om in de buitenlucht laswerkzaamheden uit te voeren was nog niet eerder van toepassing als het object vanwege de omvang niet inpandig kon worden gelast. Deze uitzondering komt te vervallen. De uitzondering blijft tot 2 jaar na het in werking treden van de Omgevingswet van toepassing. Het bevoegd gezag kan hier wel van afwijken. Informeer dus bij uw gemeente naar de exacte regels.

Emissie-eisen lasklassen

Het lassen van metalen wordt onderverdeeld in de klassen I tot en met VII. De lasprocessen van klasse I zijn het minst milieubelastend en die van klasse VII het meest milieubelastend. Voor de klassen I en II zijn geen emissie-eisen, omdat bij deze lasprocessen geen relevante emissies naar de lucht zullen plaatsvinden. Voor klasse I en II gelden daarmee ook de maatregelen voor totaal stof, chroom VI-verbindingen, beryllium en berylliumverbindingen en lood en loodverbindingen niet. De klassenindeling is afhankelijk van het toegepaste lasproces, soort en hoeveelheid lastoevoegmateriaal, elektrode en het te lassen materiaal.

Klasse I en II

Lassen van alle materialen met uitzondering van geverfde materialen met:

  • TIG-lassen
  • plasmalassen
  • druklassen
  • autogeen lassen
  • onder poeder lassen

Klasse III

  • lassen met beklede elektroden van alle materialen met uitzondering van roestvast staal, beryllium- en vanadiumlegeringen en met uitzondering van geverfde materialen
  • lassen met MAG-gevulde draad van alle materialen met uitzondering van roestvast staal en geverfde materialen
  • lassen met MIG/MAG-massieve draad van alle materialen met uitzondering van koper-, beryllium- en vanadiumlegeringen en met uitzondering van geverfde materialen

Klasse IV

Het lassen van geverfde materialen (niet zijnde loodmenie) met een van de volgende technieken:

  • TIG-lassen, plasmalassen, druklassen, autogeen lassen, onder poeder lassen
  • lassen met beklede elektroden, lassen met MAG-gevulde draad en lassen met MIG/MAG-massieve draad

Klasse V

  • lassen met beklede elektroden, van de materialen roestvast staal, vanadiumlegeringen en berylliumlegeringen
  • MAG-lassen met gevulde draad van de materialen: roestvast staal
  • MIG-lassen met massieve draad van de materialen: koperlegeringen

Oorspronkelijk niet in deze klasse ingedeeld, maar wel hieraan gekoppelde maatregelen:

  • lassen met gelegeerde elektrode of met gelegeerde gevulde draad
  • MIG-lassen met gevulde draad van de materialen: koperlegeringen, vanadiumlegeringen en berylliumlegeringen

Klasse VI

  • MIG-lassen met massieve draad van de materialen: vanadiumlegeringen en berylliumlegeringen

Klasse VII

  • lassen met gevulde draad van de materialen: ongelegeerd staal en gelegeerd staal
  • lassen van geverfd staal met loodmenie

Maatregelen chroom VI-verbindingen, beryllium en berylliumverbindingen

Het bedrijf moet voldoen aan de emissiegrenswaarde voor chroom VI-verbindingen, berekend als chroom, en beryllium en berylliumverbindingen, berekend als beryllium. Met de volgende maatregelen voldoet het bedrijf in ieder geval:

  • Afgezogen lucht afkomstig van laswerkzaamheden van klasse III tot en met VII wordt gerecirculeerd.
  • Per jaar mag niet meer dan 200 kg lastoevoegmateriaal en laselektroden worden gebruikt bij laswerkzaamheden van klasse V, VI en VII. Hierbij gaat het om het lassen van roestvast staal met beklede elektroden of met MAG-gevulde draad, of het lassen van andere materialen met gelegeerde elektrode of met gelegeerde gevulde draad.
  • Afgezogen lucht afkomstig van laswerkzaamheden wordt door een geschikte filtrerende afscheider of elektrostatisch filter gevoerd.

Maatregelen lood en loodverbindingen

Het bedrijf moet voldoen aan de emissiegrenswaarde voor lood en loodverbindingen. Met de volgende maatregelen voldoet het bedrijf in ieder geval:

  • Afgezogen lucht afkomstig van laswerkzaamheden van klasse III tot en met VII wordt gerecirculeerd.
  • Afgezogen lucht afkomstig van laswerkzaamheden van klasse V, VI en VII waarbij met loodmenie geverfd staal wordt gelast, wordt door een geschikte filtrerende afscheider gevoerd.

Emissiegrenswaarden

Bij laswerkzaamheden moet aan de onderstaande emissiegrenswaarden voldaan worden. Deze emissiegrenswaarden gelden niet als de emissie de ondergrens niet overschrijdt.

Meer weten?

Onder het kopje 'referenties' vindt u een link naar de inhoudsopgave van de Rijksregels in het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal). De activiteit 'Lassen van metalen' vindt u in paragraaf 4.16. Via de inhoudsopgave van het Bal kunt u deze selecteren.